De 3 kenmerken van een hopeloos functioneringsgesprek

Een functioneringsgesprek, jaargesprek of beoordeling. Hoe je het beestje ook noemt, waarschijnlijk heb je eens per jaar zo’n gesprek.

Dat gesprek gaat over jou en je werk.

Je prestaties, je bijdrage en je waarde. Het gaat over de vraag waar jouw potentieel ligt en wat jij en je organisatie nog meer voor elkaar kunnen betekenen.

Althans, dat zou het moeten zijn.

Dit  is echter vaak de realiteit: drie kenmerken van een hopeloos functioneringsgesprek.

Kenmerk #1 Jouw leidinggevende heeft weinig zicht op jouw werk.

Vergis je daar niet in: jij was erbij en kent de details en omstandigheden die werk tot een succes of een mislukking kunnen maken. Je leidinggevende ziet het op afstand, is er beperkt mee bezig en vergeet hoe het ook alweer zat. Als jij dus niet (opnieuw) goed vertelt hoe het zit, is het gemankeerde beeld van je baas de leidraad. Dat doet je zeer tekort.

Kenmerk #2 Het evaluatieformulier wordt met losse flodders ingevuld.

Ik heb stapels verslagen gezien: vooral bestaand uit lege antwoordblokken of ingevuld met steekwoorden in een halve zin. Het overgrootste deel van de tekst betreft vaak de vragen zelf. Daar heb je niets aan.

Kenmerk #3 Het gesprek gaat maar kort over wat er goed ging.

Wat goed is, daar hoef je niet aan te sleutelen. Dus wordt de rest van de tijd gesproken over je verbeterpunten. Daarmee is je functionerings- of jaargesprek gestrand; nu is het een werkoverleg waarin je baas zijn/haar te doen lijstje afwerkt.

Dit is een veelvoorkomend patroon.

Wat volgt is hoogstwaarschijnlijk jouw teleurstelling. Je hoopte dat je prestaties gezien, erkend en gewaardeerd zouden worden, maar na afloop zit je achter je bureau: niets van dit alles. Na een week mokken pak je de draad maar weer op.

En dat is natuurlijk ook een patroon.

Alleen als jij de regie gaat nemen in dit gesprek, kan je dit doorbreken.

Zo doe je dat:

  • Zorg voor een goede samenvatting van je werk van het afgelopen jaar, ingekleurd met informatie over de omstandigheden waarin je dit deed.
  • Zet hierin ook de plussen en minnen van je werk, zodat je zelf de balans hierin goed kent.
  • Houd eventueel een checklist bij de hand en bewaak het gesprek: komt alles evenwichtig aan bod?

Was je werk het afgelopen jaar nu meer of minder waard?

Voelde jij je ook schuldig dat je soms te laat opstond of tussendoor de was deed? Of verweet je jezelf dat je niet voldoende discipline had?

Met de jaargesprekken in aantocht, hoor ik het nodige over corona en werk.

Ook Elisa vertelde dat ze zich tekort voelde schieten: ‘Zowel mijn partner als ik moesten thuis werken met kinderen onder de 10, die ook nog eens les moesten krijgen. Dat ging gewoon niet.’

Vorig najaar was dat al in haar jaargesprek aan de orde geweest. Het salaris sloegen ze toen maar over, ondanks gemaakte afspraken.

Maar hoe nu verder? Weer geen hoger salaris?

Dit is mijn benadering.

Jij en ik hebben nog nooit een pandemie meegemaakt. Er werden grote aanpassingen van ons verlangd: op het werk, privé en bij het boodschappen doen. Je moest opeens nadenken over alles wat daarvoor vanzelfsprekend was.

Ook moest je waarschijnlijk onder grote tijdsdruk nieuwe werkwijzen invoeren. Onderwijs en zorg zijn goede voorbeelden daarvan. In andere sectoren vond er een kernexplosie aan digitalisering plaats; in de samenwerking, maar ook in productaanbod.

Dit alles betekent dat je een grote ontwikkeling hebt doorgemaakt, in ieder geval in flexibiliteit en creativiteit. Zeer waarschijnlijk heb je tevens nieuwe dingen geleerd en zijn je vaardigheden gegroeid.

Je waarde is dus gestegen.

Vertel hierover in je jaargesprek. Wat hier bovendien heel fijn bij aansluit: werkgevers hebben de grootste moeite vacatures te vervullen. Daar zal jouw leidinggevende beslist aan denken wanneer je tijdens je jaargesprek of contractverlenging een hoger salaris vraagt.

Elisa deed het: zij gaat een schaal omhoog.