Ik dacht: ik ben het niet waard

Ik was tien jaar oud en zat in de vierde klas (ja, die van de vorige eeuw;). Mijn eerste jaar op de dorpsschool was uitstekend verlopen, maar toen ging het mis.


dorpsschool

Waarom werd ik gepest?

Als ik het achteraf reconstrueer: ik kwam uit de grote stad, dat was nieuw en anders. Ook boterde het niet tussen de juf, een non, en mij. Ik was een spontaan, open kind; de juf schreef in mijn rapport dat ik brutaal was. De pestkoppen hadden een perfecte medestander in haar: ze gedoogde of negeerde hun gedrag.

Het pesten had verstrekkende consequenties.

Binnen enkele maanden veranderde ik in een tobberig meisje dat de rest van het schooljaar hoofdpijn had.

De dagelijkse gang naar school ging gepaard met schelden, fysieke dreiging en geduw en getrek. Dat ik plots niet meer werd uitgenodigd voor verjaarspartijtjes vervulde me met enorme schaamte.

Ik dacht: ik ben het niet waard.

Niet waard om op een feestje te worden uitgenodigd.

Niet waard om beschermd te worden.

Niet waard om een prettige schooldag te hebben.

Niet waard om aardig te worden gevonden.

Het was een nare, eenzame tijd en zelfs nu vind ik het nog moeilijk eraan terug te denken en dit op te schrijven.

Gelukkig ging ik na een jaar naar een andere school.

En ik had ander geluk: ik weet namelijk van anderen dat het nog veel erger had gekund. Ook heb ik er een goed gevoel voor humor aan over gehouden; daar leerde ik me mee wapenen. (Niet alleen met talenten, ook met narigheid kan je woekeren ).

Maar toch: ik heb een paar belangrijke boodschappen uit deze periode tientallen jaren achter me aan gesleept.

Zonder dat ik het doorhad zaten deze aannames diep in mij verankerd en dat had gevolgen voor o.a. mijn werk en salaris:

  • Je kan maar beter niet opvallen –>  ik wachtte tot mijn baas mijn kwaliteiten zag;
  • Je kan maar beter geen ruzie krijgen –> als pleaser ging ik voorbij aan mezelf op het werk;
  • En de belangrijkste: ik ben het niet waard –> dus vraag ik nergens om.

Deze week is het de week tegen het pesten en ik weet dat velen gebukt gaan onder gevolgen daarvan. Misschien ben jij daar een van.

En misschien vindt je het daarom moeilijk het salaris te vragen dat je waard bent.

Daar kan ik je goed mee helpen (neem dan vooral contact met me op), maar met deze mailing wil ik je vooral een hart onder de riem steken met wat ik na een lange weg heb geleerd.

Wat er ook ooit tegen je is gezegd, hoe naar men ooit tegen je is geweest: ze hebben allemaal ongelijk.

Jij bent heel waardevol. Ook jij hoort daarom een marktconform salaris te krijgen.