De kracht van vaagtaal

Je zou zeggen dat je tijdens een gesprek over je salaris maar beter duidelijk kan zijn.

In het algemeen klopt dat ook: salaris A is niet acceptabel voor mij, als je er B van maakt ga ik akkoord.

Niet iedere onderhandeling leent zich hier echter voor. Bijvoorbeeld wanneer je (nieuwe) werkgever al resoluut heeft gezegd dat er niets meer bij komt.

Op dat moment kan je je salaris alsnog een zetje geven met behulp van vaagtaal en een beetje geduld.

Zeg bijvoorbeeld:

‘Tsja; lastig, lastig, lastig. Ik weet niet of het zo kan, ik moet het even mee naar huis nemen.‘

Dit is zo’n zinnetje dat uit z’n voegen barst van onduidelijkheid.

Wat is er lastig?

Wat kan er eigenlijk niet? Gaat dit over de financiële kant? Of de waardering?

En wat gaat er thuis precies gebeuren? Is de onderhandeling nu klaar of volgt er nog wat?

Enzovoorts.

Op dat moment breng je een effectieve strategie in stelling: je schept onzekerheid over de uitkomst.

En dat zet je nieuwe werkgever toch weer in beweging.

Combineer dit met een paar dagen stilte en ik kan je garanderen dat er dan toch nog een hoger salaris mogelijk blijkt te zijn.

Volgende week een tweede blog over vaagtaal, dan over hoe je tijdens sollicitaties met vaagtaal je toekomstige salaris beschermt.